Nieuwe warmteverliesberekening

DDS-CAD 15 heeft een compleet nieuwe warmteverliesberekening gekregen volgens de NEN EN 12831. In dit artikel willen we je kennis laten maken met het concept van de gebruikersinterface achter de nieuwe warmteverliesberekening.


Inleiding

Om de functionaliteiten en automatisch overname eigenschappen op onderliggende niveaus aan te tonen, gebruiken we in dit artikel een project waarin we de warmteverliesberekening al hebben uitgevoerd.


Starten warmteverliesberekening

Ga als volgt te werk om de warmteverliesberekening te starten:

  • Klik op 'Gereedschappen' in het menu. Een selectie verschijnt.
  • Klik op ’Warmteverliesberekening (NEN-EN 12831-1:2017)’. Het venster ‘Warmteverlies NEN-EN 12831-1’ wordt geopend.


Verdieping structuur

Aan de linkerzijde, onder ‘Verdieping structuur’ vind je de hiërarchische gebouwniveaus waarmee je de ontwerpcriteria kunt beïnvloeden.


Verdieping structuur ‘Bouwterrein’ - Ontwerpcriteria ‘Site’

Hier vind je alle informatie over de locatie van het gebouw, deze zijn van toepassing op het hele project.


Verdieping structuur ‘Gebouw’ - Ontwerpcriteria ‘Gebouw’

In de ontwerpcriteria onder ‘Gebouw’ vind je details van het gebouw zelf.


Verdieping structuur ‘Gebouwentiteit’ - Ontwerpcriteria ‘Gebouwentiteit’

Een ‘gebouwentiteit’ toont de ‘gebouwzones’ of ‘zones’ van het door jou gedefinieerde type ‘ventilatie’.


Verdieping structuur ‘Ruimte’ - Ontwerpcriteria ‘Ruimte’

In de ‘Ruimte’ zelf kun je individuele instellingen maken voor de afzonderlijke ruimtes.


Het 'overerven' van informatie

Het principe van overerving: overerving vindt in principe hiërarchisch plaats van boven naar beneden. Als een waarde of instelling aan het gebouw wordt gegeven, wordt dit doorgegeven aan de gebouweenheden en vervolgens van de gebouweenheden aan de ruimtes.

Je kan dus bijvoorbeeld op het niveau van het ‘Gebouw’ een waarde aangeven die vervolgens automatisch door alle ‘Gebouweenheden’ wordt overgenomen. Vervolgens op ruimteniveau kan je alleen alleen de afwijkingen per specifieke ruimte doorvoeren.

Als een waarde al handmatig in de ruimte zelf is opgeslagen, doorbreekt deze de overerving en wordt deze niet gewijzigd door wijzigingen op een hoger niveau in de hiërarchie. Handmatig aangepaste waarden zijn oranje gemarkeerd en kunnen worden verwijderd met de knop ‘X’. Zodra de waarde wordt gereset, wordt de overerving van de onderliggende structurele niveaus opnieuw van kracht.