Opties voor drinkwaterberekening

• Ga naar het tabblad ‘Drinkwater’.

• Selecteer het systeem dat moet worden berekend en klik op ‘Berekenen’. Het dialoogvenster ‘Drinkwater Berekening’ wordt geopend.

• Ga naar het tabblad ‘Opties’

Berekening

DDS-CAD biedt u 3 varianten van de berekening. Deze worden ook kort uitgelegd in het infovak.

Variant A

De dimensionering gebeurt volgens de ‘max. watersnelheid’.

Variant B

Het ontwerp wordt uitgevoerd volgens de ingestelde ‘Toevoerdruk’ in overeenstemming met de gespecificeerde ‘Max. watersnelheid’.

Variant C

De dimensionering wordt uitgevoerd volgens de ingestelde ‘Toevoerdruk’ met behoud van de opgegeven ‘Max. drukgradiënt’.

Parameters voor berekening

1. ‘Gebouwhoogte boven NAP’

Beschrijft de hoogte van het gebouw ten opzichte van het NAP (gemiddeld zeeniveau). De instelling vindt plaats in het dialoogvenster ‘Gebouw’ op het tabblad ‘Basisdata’.

2. ‘Toevoerleiding boven vloer’

Afstand tussen de bovenkant van de afgewerkte vloer van de laagste bouwvloer en de toevoerleiding.

3. ‘Toevoerleiding boven NAP’

Toont de afstand tussen de toevoerleiding en het NAP (gemiddeld zeeniveau).

4. ’Circulatie tapwater: max. snelheid’

Hier kunt u de bovengrens voor de watersnelheid in de koud tapwaterleidingen instellen.

5. ‘Max. temperatuurverloop warm tapwater’

Stel hier de bovengrens in voor de temperatuurdaling van de warm tapwaterleidingen.

6. ‘Min. diameter’

Definieer hier de minimale diameter die moet worden gebruikt voor het dimensioneren.

7. ‘Warm tapwater temperatuur’

Beschrijft uw geselecteerde temperatuur van het medium warm tapwater bij het beginpunt van de berekening.

8. ‘Koud tapwater temperatuur’

Definieer hier de temperatuur van het medium koud tapwater bij het beginpunt van de berekening.

9. ‘Max. wachttijd’

Definieer hier de maximale tijdsduur voor de afgifte van warmwater wanneer het tappunt volledig is geopend.

Overwegingslogica voor tappunten

Op dit punt bepaalt u of de zone moeten worden gebruikt om tappunten in aanmerking te nemen.

De DIN 1988-300 definieert een zone als een ruimte in woningen of appartementencomplexen, waarin maximaal twee tappunten tegelijkertijd open zijn.

In sommige gevallen bestaat een badkamer echter uit twee ruimtes die beide tegelijkertijd worden gebruikt (bijv. een aparte douche). Nadat u het gebouwmodel hebt ontworpen, voegt u beide ruimtes samen in een gemeenschappelijke zone (zie Online handleiding: creëren zones).

Daarom zijn er de volgende 3 varianten:

Variant A – ‘Alle (utiliteitsgebouwen)’

Van toepassing voor leidingnetwerken die geen woonruimtes bedienen. DDS-CAD creëert geen zones, maar voegt de berekende volumestroom (qv;tap) van alle tappunten toe en berekent de ontwerp volumestroom volgens DIN 1988-300, vergelijking 9.

Variant B – ‘Alleen grootste van gelijke tappunten (woningbouw) of gelijke)’

Van toepassing op leidingnetwerken voor woonruimtes. DDS-CAD creëert zones uit de volgende categorieën:

1. Enkele ruimte
2. Debiet object
3. Ringleiding

Binnen zones vergelijkt DDS-CAD de berekende volumestroom van vergelijkbare tappunten en houdt rekening met de grotere. De ontworpen volumestroom is de som van de berekende volumestromen van de twee grootste tappunten.

Buiten zones voegt DDS-CAD de berekende volumestroom toe en berekent de ontworpen volumestroom volgens DIN 1988-300, vergelijking 9.

Variant C – ‘Alle (woningbouw of gelijke)’

Van toepassing op leidingnetwerken voor woningen. DDS-CAD creëert zones uit deze categorieën:

1. Drinkwaterzones met meerdere ruimtes
2. Enkele ruimte
3. Debiet object
4. Ringleiding

Binnen zones wordt de ontworpen volumestroom berekend als de som van de berekende volumestromen van de twee grootste tappunten

Buiten zones voegt DDS-CAD de berekende volumestroom toe aan ontworpen volumestroom.

Gebouwfunctie

U definieert het type gebouw in het dialoogvenster ‘Gebouw’ op het tabblad ‘Basisdata’. Als u een ander type gebouw wilt gebruiken voor het ontwerp van de drinkwaterinstallatie, gaat u als volgt te werk:

• Plaats het vinkje in het selectievakje achter 'Gebouwfunctie' en selecteer de gewenste gebouwfunctie in het vervolgkeuzemenu.
  
  

Gebruik dezelfde materialen in alle deelsegmenten

Als u dezelfde materialen in het hele leidingnetwerk wilt gebruiken, doet u het volgende:

• Plaats het vinkje in het selectievakje ‘Gebruik dezelfde materialen in alle subnetwerken’. De materiaaleigenschappen van het eerste leidingsnetwerk na het berekeningspunt worden overgenomen voor het gehele leidingnetwerk.